Algemeen
Deze casus lijkt op een procedure die ik eerder voerde voor een grote werkgever in Nijmegen. Belangrijkste les is dat je als werkgever beleid vastlegt over hoe je wil omgaan met bijzondere mogelijkheden die het dienstverband biedt. Dit om later misverstanden te voorkomen.
De casus
De werkgever is een verkoper van Witgoed en Electronica. Een werknemer heeft een ‘verworven recht’ om afgedankte apparatuur te repareren en voor eigen gewin te verkopen. De werkgever wil deze afspraak beëindigen. De afspraak is in strijd met regels voor recycling en in strijd met het bedrijfsbelang. De werknemer is het daar niet mee eens en vraagt aan de rechter om de afspraak te handhaven.
Het oordeel
In zijn uitspraak van 24 april 2020 kijkt de kantonrechter in Rotterdam eerst of de afspraak geldt als arbeidsvoorwaarde. Verwijzend naar jurisprudentie van de Hoge Raad stelt de kantonrechter vast dat dit inderdaad het geval is. Vervolgens kijkt de rechter of de werkgever de afspraak mag beëindigen. Daarvan zegt de rechter dat het verzoek de afspraak te handhaven naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Er gelden, zeker ten opzichte van de beginjaren van het dienstverband, thans strengere wettelijke eisen voor recycling van retourgoederen. Aan die eisen dient de werkgever te voldoen. Ook wil de rechter wel aannemen dat het bedrijfsbelang van de werkgever wordt geschaad.
De rechter oordeelt dat de regeling mag eindigen, maar wil de werknemer wel compenseren. Die compensatie bestaat uit de toekenning van één bruto maandloon en de toekenning van (100) apparaten die in afwachting van de procedure door de werknemer waren opgeslagen. Deze apparaten mag hij (nog één maal) repareren en voor eigen rekening verkopen.
Advies arbeidsrecht: arbeidsvoorwaarden – redelijkheid en billijkheid – compensatie
Vindplaats ECLI:NL:RBROT:2020:3996