Werknemer wordt ontslagen wegens ernstig verwijtbaar gedrag maar krijgt wel een transitievergoeding

Algemeen
Vanaf 2015 krijgt een werknemer, als de werkgever het dienstverband wil beëindigen, een transitievergoeding. Deze vergoeding krijgt de werknemer niet als er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer. Daarop is weer een uitzondering mogelijk, als het niet toekennen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (hardheidsclausule).
/

De casus
Een werknemer raakt arbeidsongeschikt. Hij is slecht bereikbaar, houdt geen contact met zijn leidinggevende, breekt een telefoongesprek af, breekt een gesprek met de bedrijfsarts af en verschijnt vervolgens niet op afspraken met de bedrijfsarts. De werkgever past eerst een loonmaatregel toe. Als dat niet leidt tot verbetering, wordt gevraagd om ontbinding.
De kantonrechter wijst de ontbinding toe wegens ernstig verwijtbaar handelen. De kantonrechter wijst wel de transitievergoeding toe. De werknemer gaat in beroep tegen deze uitspraak. In incidenteel hoger beroep bestrijdt de werkgever de betaling van de transitievergoeding.
/

Het oordeel
Het Hof Arnhem-Leeuwarden begint zijn oordeel van 27 maart 2019 met de stelling dat een werknemer alleen in uitzonderlijke gevallen het recht op een transitievergoeding verliest. Er moet niet slechts sprake zijn van verwijtbaar handelen, maar van ernstig verwijtbaar handelen. Vervolgens moeten, volgens het Hof, bij toetsing van de hardheidsclausule alle omstandigheden van het geval worden meegewogen.
Voor het Hof is een belangrijke omstandigheid dat een psychiater heeft geoordeeld dat bij de werknemer vanaf medio 2015 een aanpassingsstoornis is ontstaan met onder andere gedragsproblemen, zoals impulsief gedrag, tot gevolg. De werknemer wordt omschreven als iemand die “niet bij machte is geweest om adequaat te handelen”. Het hof leidt hieruit af dat geen sprake is geweest van onwil, maar onmacht bij de werknemer. Als het Hof verder kijkt naar de toegepaste loonstop en het lange dienstverband waarbij pas in 2015 problemen ontstonden als gevolg van de arbeidsongeschiktheid, dan vindt het hof het onaanvaardbaar als de werknemer geen transitievergoeding zou ontvangen. Conclusie is dat zowel de vorderingen van de werknemer als de incidentele vordering van de werkgever worden afgewezen.

/

Advies Arbeidsrecht: Ernstig verwijtbaar – transitievergoeding – hardheidsclausule
Vindplaats: ECLI:NL:GHARL:2019:2749