De casus
Een werknemer, uitvoerder bij Enexis, netbeheerder van het energienet, wordt aangehouden in de auto van zijn zoon die te zwaar beladen is. In de auto staan 10 emmers met oude en nieuwe koperen aansluitingen. Desgevraagd meldt de werknemer aan de politie dat hij op weg is naar een metaalhandelaar om het koper te verlopen. Op een later moment verklaart de werknemer dat dit een onhandig grapje was. Het was zijn bedoeling om de koppelingen op te slaan. Deze koppelingen mochten niet meer worden gebruikt, maar hij kon ze op zijn werkplek niet in een metaalcontainer doen. Bovendien vond hij dit kapitaalvernietiging. Hij wachtte tot de koppelingen weer konden worden gebruikt. In de bedrijfsbus stonden de koppelingen in de weg, dus heeft de werknemer ze zo lang in de auto van zijn zoon gezet. Hij reed met de auto van zijn zoon omdat hij privé op weg was en omdat hij geen bijtelling wil vanwege de kilometer-registratie. Later verklaart de werknemer dat hij de koppelingen alsnog wilde weggooien volgens het vaste bedrijfsbeleid.
De werkgever vindt dat het vertrouwen in de werknemer is beschadigd. Ook wordt verwijtbaar handelen verweten. Uiteindelijk wordt ontbinding verzocht op de e, g, h en i grond. De kantonrechter vindt dat ernstig verwijtbaar handelen niet kan worden vastgesteld en dat ook andere aangevoerde gronden niet tot ontbinding kunnen leiden. Het dienstverband blijft in stand. De werkgever is het hier niet mee eens en gaat in beroep.
Het oordeel
Gerechtshof Den Bosch oordeelt op 27 mei 2021 over deze kwestie. De grappig bedoelde opmerking en de daarna afgelegde tegenstrijdige verklaringen konden er volgens het Hof toe leiden dat de werkgever het vertrouwen in de werknemer heeft verloren. Kern van de zaak is uiteraard dat de werknemer met een grote hoeveelheid koper, wat eigendom is van de werkgever, in de auto van zijn zoon is aangehouden, op weg naar een metaalhandelaar. In de leidinggevende vrije rol van de werknemer moet de werkgever erop kunnen vertrouwen dat op een verantwoorde manier met het materiaal wordt omgegaan. Herplaatsing van de werknemer ligt niet in de rede.
Het hof ontbindt het dienstverband per 1 juli 2021. De werkgever moet aan de werknemer een transitievergoeding betalen. De proceskosten worden gecompenseerd.
Advies arbeidsrecht: verstoorde arbeidsverhouding – vertrouwensbreuk – transitievergoeding
vindplaats: ECLI:NL:GHSHE:2021:1561