Een onduidelijke geroeide praktijk kan ertoe leiden dat het handelen van de werknemer niet zodanig verwijtbaar is dat ontslag moet volgen

De kantonrechter had geoordeeld dat het dienstverband wegens verwijtbaar handelen van de werkneemster moest worden ontbonden. De werkneemster had kleding verduisterd. Als Hof Amsterdam er op 7 november 2017 over oordeelt, liggen de zaken toch iets anders. Er was bij de werkgever een praktijk dat de werknemers kleding tegen inkoopsprijs met BTW mochten kopen. Daarnaast meldt de werkneemster dat zij overuren mocht compenseren door voor de loonwaarde kleding te kopen. Op die manier zou er geen verduistering zijn. Ook het geven van een bepaalde korting paste in de lijn van de gangbare werkwijze. Er was kennelijk een praktijk gegroeid op basis waarvan dit kon geschieden. Van groot belang is ook dat in dit geval niet de werkneemster de bewijslast krijgt opgedragen voor de praktijk, maar de werkgeefster.
Het hof herstelt de arbeidsovereenkomst niet, maar lost het financieel op. De werkneemster krijgt alsnog een billijke vergoeding (€ 3000,- ) en transitievergoeding
(€2.079).

Advies Arbeidsrecht over: verwijtbaar handelen – redelijke grond – billijke vergoeding
Vindplaats: ECLI:NL:GHAMS:2017:4590