Het venijn bij ontslag op staande voet zit altijd in de feiten. Een werknemer (chauffeur) moet net als andere werknemers, aan een vrouwelijke uitzendkracht, die door de werkgever is ingehuurd om de bedrijfskleding van een nieuw logo te voorzien, zijn jas en vest geven. Op enig moment laat hij ook zijn broek zakken met de mededeling: “zet daar ook maar een nieuw logo op” . Hij blijft in boxershort tegenover de uitzendkracht zitten. Terwijl zij het logo op de broek strijkt, vraagt hij haar mobiele nummer en biedt hij aan haar naar huis te brengen. De werkneemster heeft dit niet als prettig ervaren. Er was geen reden om een logo op de broek te strijken.
De werknemer wordt in een gesprek met zijn leidinggevende met het gedrag geconfronteerd. Hierbij wordt hem een vaststellingsovereenkomst voorgelegd. De werknemer wordt boos en vraagt of de leidinggevende wel goed bij zijn pan is. Bij vertrek roept de werknemer dat hij de leidinggevende kapot zal maken. De leidinggevende zegt dat hij de situatie als bedreigend heeft ervaren.
Kantonrechter Utrecht oordeelt op 8 november 2017 dat er toch nog geen reden is voor ontslag op staande voet. Het ongewenste flirtgedrag vormt, net als het uittrekken van de broek , weliswaar voldoende aanleiding voor een stevig gesprek of een waarschuwing, maar rechtvaardigen geen ontslag op staande voet. Ook heeft de kantonrechter begrip voor de uitlatingen van de werknemer. De uitlatingen tijdens het gesprek zijn niet netjes, maar met deze woorden en in die situatie heeft de werknemer de grens van het toelaatbare niet overschreden en zeker niet in een mate die de werkgever een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst te eindigen. De bij het weglopen geuite bedreiging is ook onvoldoende. De leidinggevend is achter de werknemer aangelopen, waaruit de kantonrechter concludeert dat het met zijn gevoel van angst wel meeviel.
De uitspraak had in deze situatie zeker ook de andere kant op kunnen gaan. Toch wordt nog een keer duidelijk dat de lat erg hoog ligt voor ontslag op staande voet.
Advies Arbeidsrecht over: Ontslag op staande voet – seksuele intimidatie – bedreiging
Vindplaats : ECLI:NL:RBMNE:2017:5560