De casus
Een werkgever in de zorg reorganiseert en creëert nieuwe functies voor een aantal FTE (2,4) waardoor een receptioniste boventallig wordt. Na een herplaatsingsperiode vraagt de werkgever toestemming voor ontslag bij het UWV. De werkneemster is het hier niet mee eens. Zij vindt dat zij kon worden herplaatst. In de tussentijd zijn er ook wisselingen geweest en op het moment van ontslag wordt de functie van werkneemster nog maar voor 2.0 FTE ingevuld. Het UWV weigert de gevraagde toestemming. In het advies staat “ Ontslag dient een uiterste maatregel te zijn. Er is binnen de formatie ruimte (ontstaan) om werkneemster te herplaatsen. Het gaat niet aan deze ruimte gaandeweg de reorganisatie niet in te vullen door het niet-openstellen van de ontstane vacature, en daarmee de formatie kleiner te maken dan toegestaan en de vastgestelde kaders van de reorganisatie te buiten te gaan.”
De werkgever gaat naar de rechter om alsnog de gevraagde toestemming te krijgen. Aangevoerd wordt dat voortschrijdend inzicht en veranderingen in de zorg en maatschappij steeds een actuele bijstelling van de geplande reorganisatie vereisen. Dit is bedoeld om zoveel mogelijk gelden ten goede te laten komen aan de uitvoering van de kerntaken van KwadrantGroep.
Het oordeel
Net als het UWV vindt ook de kantonrechter in Leeuwarden in zijn uitspraak van 12 december 2018 dat de werkgever de werkneemster kon herplaatsen. De rechter begint ook met de melding dat hij dezelfde regels gebonden is als het UWV. Vervolgens wordt ingegaan op de stelling van de werkgever. De geplande reorganisatie, met de daarbij afgesproken nieuwe formatie-omvang, wekt een bepaalde verwachting die de organisatie als ‘goed werkgever’ moet aanhouden. Naar het oordeel van de kantonrechter ‘bevriest’ een werkgever gedurende enige tijd zijn beslissingsruimte door zichzelf te binden aan een reorganisatie. Op het moment dat het contract eindigde wist de werkgever van de vacatureruimte en is deze bewust niet ingevuld. Daarmee is in strijd met de plicht tot herplaatsing gehandeld. Het verzoek van de werkgever wordt afgewezen.
Advies arbeidsrecht: ontslag op bedrijfseconomische grond – herplaatsing- goed werkgever Vindplaats: ECLI:NL:RBNNE:2018:5382