Vooraf
Een bedrijfspensioenfonds ontvangt inkomsten uit afdrachten van ondernemingen die hierbij verplicht zijn aangesloten. Ondernemers vinden het niet altijd prettig om gedwongen aangesloten te zijn bij een bepaald pensioenfonds. Bij discussie kan de rechter de knoop doorhakken.
De casus
Voor de Zoetwarenindustrie is het bedrijfspensioenfonds verplicht. Bij de definitie in de statuten staat dat aangesloten is: iedere onderneming in Nederland, die fabrieksmatig bloem en/of andere grondstoffen tot beschuit, toast, knäckebröd, biscuit, biscuitfiguren, koekjes, banket, koek en wafels verwerkt, ongeacht de soort. Onderneming X was aanvankelijk een zuivelbedrijf, maar legt zich inmiddels volledig toe op de productie van pannenkoeken en poffertjes. Het pensioenfonds is van mening dat de onderneming met terugwerkende kracht verplicht is zich aan te sluiten. Er staat een premie open van ruim 8,5 miljoen euro. Het bedrijf is het hier niet mee eens. Nadat de rechtbank de vordering van het pensioenfonds heeft afgewezen, moet het gerechtshof oordelen over de vraag of een pannenkoek ook gewoon een koek is.
Het oordeel
Hof Den Haag oordeelt op 20 april 2021 over deze kwestie. De bewijslast dat het bedrijf onder het verplichtstellingsbesluit valt ligt bij het pensioenfonds. Er is strijd over de uitleg van bepalingen uit het verplichtstellingsbesluit die het Hof naar objectieve maatstaven moet toetsen. Bedoeling is dat er een duidelijke niet met andere fondsen overlappende uitleg is die voorkomt dat partijen op enig moment worden geconfronteerd met premieverplichtingen zonder dat zij hierop bedacht behoefden te zijn. Omdat het bedrijf maar weinig ‘Amercian pancakes’ maakt, blijven die buiten beschouwing. Het hof stelt poffertjes, omdat dit eigenblijk een soort kleine pannenkoeken zijn, op één lijn met pannenkoeken.
Het hof oordeelt dat pannenkoeken geen koek zijn. Omdat het verplichtstellingsbesluit de term ‘koek’ niet definieert komt het Hof uit bij wat in normaal taalgebruik onder koek wordt verstaan.
Een belangrijk verschil is dat een pannenkoek in het algemeen als volledige maaltijd wordt genuttigd, en koek in de regel als tussendoortje/lekkernij. De betekenis van het begrip “koek” binnen de bakkerijsector vormt, ook naar het oordeel van het hof, een belangrijk hulpmiddel om vast te stellen of een pannenkoek als een soort koek moet worden aangemerkt. Koeken zijn bakkerijproducten terwijl pannenkoeken keukenproducten zijn. In het kader van deze procedure zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar de uitleg door het publiek waarbij twee maal werd bevestigd dat in meerderheid wordt aangegeven dat een pannenkoek geen koek is. Uit de categorisering in de supermarkten blijkt dat de pannenkoek niet bij de categorie ‘snoep, koek en chips’ , maar bij de categorie ’verse kant en klaar maaltijden’ dan wel ‘koken, soepen en maaltijden’ staat. Ook uit de aard van de verwerkte grondstoffen of uit de manier van verwerking kan niet volgen dat het bedrijf onder het verplichtstellingsbesluit valt. De vordering wordt afgewezen en het pensionfonds wordt in de proceskosten veroordeeld.
Advies arbeidsrecht: verplichte aansluiting pensioenfonds – uitleg statuten
vindplaats: ECLI:NL:GHDHA:2021:832