Disfunctioneren houdt aan, ook na verbetertraject. Arbeidsovereenkomst wordt ontbonden.

 

Vooraf
Sinds 2015 gelden redelijke gronden voor ontslag. Bij disfunctioneren is bepaald dat naast een gebrek in het functioneren ook moet blijken van een verbetertraject waarbij de werknemer de kans heeft gekregen zijn functioneren aan te passen. In de praktijk blijkt het moeilijk te zijn rechters te overtuigen van een ontslag wegens disfunctioneren.

De casus
Een werknemer in een laboratorium is in dienst sinds 2002. In de periode 2014 – 2016 zijn officiële waarschuwingen gegeven m.b.t. het functioneren. In 2018 komt een nieuwe leidinggevende. Hij maakt verbeterafspraken met de werknemer. Na een periode van verbetering ontstaat opnieuw disfunctioneren. Er vinden meerdere gesprekken plaats, maar de gewenste verbetering treedt niet op. Als de werknemer niet wil instemmen met een beëindigingsvoorstel vraagt de werkgever om ontbinding wegens disfunctioneren.

Het oordeel
De kantonrechter in Rotterdam oordeelt op 10 november 2020 over het verzoek van de werkgever. De werkgever meldt dat wel enige verbetering te zien was, maar dat werknemers steeds weer terugval vertoont en bij de les getrokken moet worden.
De werknemer verweert zich tegen het verzoek door te melden dat hij geen idee heeft wat er mis is met zijn functioneren. Hij doet zijn best. Hij vindt de opmerkingen over zijn functioneren ‘geneuzel’.
De rechter geeft eerst als oordeel dat van onvoldoende functioneren voldoende is gebleken. Voor de werknemer was dit ook voldoende kenbaar.  Het kan zijn dat de werknemer het niet eens is met de werkgever, maar het is uiteindelijk wel de werkgever die bepaalt of een werknemer aan vereiste competenties voldoet. De rechter acht ook van belang dat er al voor de komst van de huidige leidinggevende klachten over het functioneren waren.

Kijkend naar het verbetertraject, wordt in de eerste plaats de rechtspraak van de Hoge Raad aangehaald. De rechter toetst de periode van 2018 tot 2020 waarin aan de werknemer verbeterkansen zijn geboden. In 2019 had de werkgever gevraagd of de werknemer zelf een verbeterplan op kon stellen. Hieraan had de werknemer niet voldaan. De rechter vindt dat dit wel van de werknemer mocht worden verwacht. Conclusie is dat de werknemer serieus en reëel in de gelegenheid is gesteld zijn functioneren te verbeteren. Dat dit helaas niet is gebeurd, was al vastgesteld.
De rechter geeft de werkgever toestemming het dienstverband te ontbinden met betaling van de transitievergoeding./

Advies Arbeidsrecht: ontbinding – disfunctioneren – verbetertraject
vindplaats:
ECLI:NL:RBROT:2020:10657