Zorgplicht van werkgever voor werkneemster die botst met bewoner in elektrische rolstoel

 

Vooraf
Op grond van artikel 7:658 BW heeft de werkgever de plicht te zorgen voor een veilige werkomgeving.  Hoe ver deze zorgplicht gaat wordt in deze zaak weer wat duidelijker.

De Casus
Een werkneemster van een zorginstelling komt tijdens haar werk met een dienblad in haar handen uit een kamer de gang op. Op die gang rijdt een bewoner in een elektrische rolstoel. Er ontstaat een botsing met de bewoner. De werkneemster valt en komt pijnlijk op haar knieën terecht, waarna zij arbeidsongeschikt uitvalt. De werkgever wordt aansprakelijk gesteld voor letsel en schade. Aansprakelijkheid wordt door de werkgever niet erkend. De werkneemster legt de zaak voor aan de rechter.

Het oordeel
De kantonrechter in Zwolle oordeelt op 7 januari 2021 over deze kwestie. De rechter stelt eerst vast dat de werkneemster schade heeft opgelopen bij de uitoefening van haar functie. Vervolgens stelt de rechter dat de werkgever voor deze schade aansprakelijk is als diens zorgplicht niet voldoende is ingevuld. Daarbij moet de werkgever stellen en zo nodig bewijzen dat voldoende maatregelen zijn genomen en aanwijzingen zijn gegeven, om het ongeval te voorkomen. De rechter wijst op vaste rechtspraak van de hoge Raad.
De werkgever somt in de procedure op welke maatregelen zijn genomen om een ongeval met een elektrische rolstoel te voorkomen. Bovendien kan de rolstoel niet hard rijden. Bij voldoende oplettendheid komt een dergelijk ongeval niet voor.
De rechter vindt dat de uitleg van de werkgever, toegepast op deze specifieke situatie, niet voldoende is. Het rijden door de gang geschiedt, vanwege de plaatsing van toegangsdeuren en geparkeerde facilitaire karren, aan de deurzijde van de gang.  De werkgever vindt het verleggen van de rijbaan niet praktisch en feitelijk onwerkbaar. De rechter stelt vast dat bij de risico-inventarisatie de risico’s van de elektrische rolstoelen bij gebruik in de beperkte ruimte in de gangen niet zijn betrokken. Daarop is ook niet getraind. Dat maatregelen ter voorkoming onwerkbaar zouden zijn, is niet voldoende onderbouwd. Ook al is er sprake van een ervaren werkneemster, moet de werkgever altijd rekening houden met enige onvoorzichtigheid.
De rechter stelt aansprakelijkheid van de werkgever vast. De schade zal later worden bepaald./

Advies arbeidsrecht: Opleidingskosten – transitievergoeding  – verrekening
Vindplaats:
ECLI:NL:RBOVE:2021:56