Arbitrage bij kantonrechter: Beëindiging lease-auto blijft in stand.

/

Vooraf
Meestal behandelt de kantonrechter zaken van een verzoeker en een verweerder of van een eiser en gedaagde. Als een werkgever en een werknemer samen duidelijkheid willen over een geschil, dan kunnen zij ook een verzoek als bedoeld in artikel 96 Rv opstellen. Daarbij oordeelt de kantonrechter op het gezamenlijke verzoek van partijen. Het moet dan wel gaan over een zaak met een rechtsgevolg dat ter vrije bepaling van de partijen is. De verder besproken kwestie past in deze regeling.

/

De casus
Verzekeraar Univé heeft een lease regeling op basis waarvan de werknemer als ICT-medewerker een lease auto kreeg. Hij moest daarmee de vestigingen van Univé met ICT problemen bezoeken. De werknemer mocht de auto ook privé gebruiken. Op enig moment is de regeling van Univé aangepast en is opgenomen dat, het aantal te rijden kilometers op jaarbasis 10.000 km dient te zijn om voor een leaseauto in aanmerking te komen. Door veranderende ICT inrichting was het na 2015 minder nodig om naar de vestigingen te reizen. De werknemer bleef in 2016 en 2017 onder de 10.000 km. Met een overgangsregeling meldt Univé in 2018 dat de werknemer de leaseauto moet inleveren.
De werknemer is het hier niet mee eens en  gezamenlijk vragen werknemer en werkgever een oordeel aan de kantonrechter.     

/

Het oordeel
De kantonrechter Alkmaar begint zijn oordeel van 22 februari 2019 met vast te stellen dat het verstrekken van een leaseauto in dit geval heeft te gelden als een arbeidsvoorwaarde. Daaruit volgt dat regels over eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden (7:613 BW) van toepassing zijn. De rechter moet afwegen of de werkgever bij de wijziging van de arbeidsvoorwaarde een zodanig zwaarwichtig belang heeft, dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
In dit geval is de mogelijkheid van intrekking van de leaseauto schriftelijk overeengekomen door ondertekening van de berijdersovereenkomst waarin wordt verwezen naar de autoregeling. Univé toont aan dat aanscherping van de regeling (het stellen van een harde grens van 10.000 km) nodig is om kosten terug te dringen en verlies te voorkomen. Deze noodzaak is door de werknemer niet weersproken. Met de wijziging van de regeling is ook door de ondernemingsraad van Univé ingestemd.
De werknemer maakt zakelijk nog maar beperkt gebruik van de auto en mocht er ook niet op vertrouwen dat de leaseauto blijvend aan hem zou worden verstrekt. Indien nodig kan hij reizen met een andere bedrijfsauto.  Met een aanpassing van de voorgestelde compensatieregeling spreekt de kantonrechter uit dat de werknemer de leaseauto moet inleveren.

/

Advies Arbeidsrecht: 96 Rv  – eenzijdige wijziging – lease auto is arbeidsvoorwaarde
Vindplaats:
ECLI:NL:RBNHO:2019:1698