Een werkgever moet bij opzegging van het dienstverband de transitievergoeding betalen. Als hij het dienstverband slapend houdt, dan hoeft dit niet. In de kwestie die voorlag bij Hof Amsterdam op 19 september 2017, ging het om de bedoeling van de werkgever. De werkgever had een brief geschreven met de volgende tekst:
“Betreft: einde dienstverband.
(…) Hierbij deel ik u mede dat tot de genoemde datum van 26 maart 2016 de verplichte loondoorbetaling bij ziekte door KSB Diensten B.V. heeft plaatsgevonden. Vanaf deze datum kunt u aanspraak maken op de WIA uitkering.
Per deze datum eindigt dan ook de arbeidsovereenkomst welke u met KSB Diensten
had. Wij hebben intussen de eindafrekening opgemaakt en uitbetaald.
Ik dank u hartelijk voor de getoonde inzet en wens u een goede gezondheid en veel geluk voor de toekomst toe.”
De werknemer ziet dit als een opzegging. Omdat geen opzegtermijn in acht wordt genomen is de opzegging onregelmatig. De werknemer vordert vergoeding van de onregelmatige opzegging en de transitievergoeding. De werkgever meldt in de procedure dat dit niet de bedoeling was. Zowel kantonrechter als gerechtshof vinden toch dat de werknemer op basis van de brief mag vertrouwen op de bedoeling van de werkgever om met de brief het dienstverband op te zeggen. De vordering van de werknemer wordt toegewezen.
In deze zaak spelen: ziekte – opzegging – transitievergoeding
Vindplaats: ECLI:NL:GHAMS:2017:3808