De aanzegverplichting heeft als doel bekendheid van de werknemer met het contracteinde. Als het contracteinde bekend is, kan een beroep op schending in strijd zijn met redelijkheid en billijkheid

Op 15 november 2017 oordeelde de kantonrechter Alkmaar over een verzoek van de werknemer om aan de ex-werkgever een boete op te leggen wegens het te laat voldoen aan de formele aanzegplicht. Uit correspondentie blijkt dat met de werknemer eerder afspraken zijn gemaakt over de afwikkeling van het contract. Mondeling was al ruim voor het contracteinde gemeld dat het einde van rechtswege zou worden aangehouden. Formeel is de brief met aanzegging kort (drie dagen) voor het contracteinde ontvangen.
De rechter valt in de beoordeling terug op het doel van de aanzegplicht. De werknemer moet bij het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst tijdig de mogelijkheid hebben om te zoeken naar ander werk of andere maatregelen kunnen treffen om het verlies van zijn inkomen op te vangen. Het doel van de wettelijke bepaling is dus tijdig duidelijkheid aan de werknemer verschaffen. Het moet , volgens de rechter, in dit geval voor de werknemer op tijd duidelijk zijn geweest dat de arbeidsovereenkomst na afloop van de bepaalde tijd niet door de werkgever zou worden verlengd. De rechter acht aan het doel van de aanzegplicht voldaan en daarmee een beroep op de boete in strijd met redelijkheid en billijkheid.

Deze uitspraak valt nu uit in het voordeel van de werkgever. Toch verdient het aanbeveling om tijdig aan de aanzegplicht te voldoen, bijvoorbeeld door de aanzegging op te nemen in de arbeidsovereenkomst.

Advies Arbeidsrecht over: aanzegplicht – boete – redelijkheid en billijkheid
Vindplaats: ECLI:NL:RBNHO:2017:9592