Werkneemster die tijdens ziekte concurrerende werkzaamheden verricht handelt ernstig verwijtbaar

Na de kantonrechter moest gerechtshof Den Haag op 3 augustus 2018 oordelen over de volgende vraag. Mag een werkneemster die tijdens ziekte activiteiten verricht voor een nieuw opgerichte concurrerende onderneming,  worden ontslagen? Is er sprake van ernstig verwijtbaar handelen?
Net als de kantonrechter oordeelt het Hof dat dit het geval is. Werkneemster zei dat zij niets te maken met andere onderneming. Het Hof is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat werkneemster na haar ziekmelding wel concurrerende werkzaamheden heeft verricht. Werkneemster heeft zich aan verwijtbaar handelen schuldig gemaakt. Het handelen van werkneemster kan ook als ernstig verwijtbaar handelen worden gekwalificeerd.
Door zonder medeweten van de werkgever allerlei zakelijke activiteiten te ontplooien tijdens haar ziekte, waaronder het voeren van gesprekken, op de schoenenbeurs aanwezig te zijn en actief betrokken te zijn bij de concurrerende onderneming heeft werkneemster ernstig verwijtbaar gehandeld. Nu sprake is van ernstige verwijtbaarheid aan de kant van werkneemster ter zake van de beëindiging van de arbeidsrelatie van partijen, is de werkgever geen transitievergoeding verschuldigd. Omdat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met de ziekte, vormt het opzegverbod tijdens ziekte geen belemmering.

Advies arbeidsrecht: ziekte – concurrentie – ernstig verwijtbaar
Vindplaats: ECLI:NL:GHDHA:2018:1910